Dialectkwissen van voorgaande jaren
Dialectkwis 2022
Wa’s de betjéékenis?
Ge meû t’r wóók wa vurbildjes bij maoke
- Gróófer zit in z’nne zùrg:
antwoord: Grootvader zit in zijn gemakkelijke (lig)stoel - IJ ruuk naor de schop:
antwoord: Hij ruikt al naar de schop van de grafdelver; hij is stervende - IJ stesselde mar dur:
antwoord: Hij liep driftig door met kleine pasjes - IJ deej z’nne pietelèèr aon:
antwoord: Hij deed zijn slipjas, pandjesjas, jacquet, rokkostuum aan - Uîtschinne, aanders wor ’t billekeskermis:
antwoord: Er mee uitscheiden, anders krijg je billenkoek - Die twee zen hef en leg vur mekaore:
antwoord: Die vullen elkaar heel goed aan, die regelen het wel met zijn twee, die hebben de touwtjes in handen - ’t Is wir oremus:
antwoord: De ellende, narigheid, onenigheid is weer begonnen - Ik zien d’r al n’n aop van gruuie:
antwoord: Dat wordt niks, dat wordt een mislukking - Da waar me ’n gedalk:
antwoord: Dat was me een gesukkel - D’n dieje is nogal kort in de kaar:
antwoord: Die is snel aangebrand, tamelijk licht geraakt, kort lontje - We kèèke nie op n’n bos peeje:
antwoord: We doen eens royaal, we kijken nu niet te nauw - Daor kan ’n bliend pèèrd nog gin schaoi doen:
antwoord: Dit wordt gezegd van een pover interieur - ’t Spjéérde d’r vandéége:
antwoord: Het ging er verbaal flink tekeer - Ge kunt ‘r op oew blwóóte kòònt meej naor Keule rije:
antwoord: Dit wordt gezegd van een erg bot mes - Ge kunt ‘m opblaoze:
antwoord: Je kunt me wat, bekijk het maar
Dialectkwis 2021
vraag 1: drie bijna dezelfde woorden, wat is de betekenis
“de Kwóop” “de Coöp” “ne Kòòp”:
de Coop ( Kwóóp ) = Nu café van Ronnie Gommers. Eerder runde Kees Hermans het café. Hij werd Kees van de Kwóóp genoemd, omdat zijn opa, die koopman in hazen en konijnen was, De Koop genoemd werd. Nelleke Hermans volgde haar vader Kees op en maakte van de K een C.
Coöp = supermarkt in Sprundel
ne Kòòp ( IJ gieng’r as ne kòòp vandur ) = Ne kòòp is een roofvogel; een havik en een sperwer zijn opvallend snel.
vraag 2: “IJ moes kerbied lusse” betekend:
wordt gezegd als je geen hoge dunk van iemand hebt. Er wordt dan wat sarcastisch gezegd: Het is ne goeie kèèrel wóór, mar ij moes kerbied (carbid) lusse.
vraag 3: aonmekaoreschrèfsel “attieattemarlaastgaot”:
Als hij Ad maar langs gaat
vraag 4: “Iemand in bed joppe/foepe”:
Iemand snel, wat ruw, in bed doen
vraag 5: aonmekaoreschrèfsel “attieattemarlaastgaot”:
Als je al naar hem kijkt huilt hij al
vraag 6: aonmekaoreschrèfsel “zannieismeezenenkendenoonddenoekom”:
Ons Annie is mee onze Henk en de hond de hoek om
vraag 7: vertaal “Die batraove, die rotjong van ier nèève, stòòke ne klippel tussen z’n spjéékes. IJ nukte omvaar en aar ’n gèève fets van z’n stui“:
Die kwajongens, die rotkinderen van hiernaast, staken een stok tussen zijn spaken. Hij viel omver en had een behoorlijke schaafwond op zijn voorhoofd
vraag 8: Wat betekent: mekaore passiepaant stoan“:
Elkaar helpen; komt van het Franse woord: participant, dat deelnemend betekent
vraag 9: Wat betekent: Sewèèle“:
sewèèle komt van somwijlen en betekent soms, somtijds, af en toe, weleens, van tijd tot tijd
vraag 10: Wat is “ne péézerik” en waar werd hij voor gebruikt:
Een uitgesneden geslachtsdeel van een varken, met vetgedeelte erom heen; werd gebruikt om een zaag of een zeis in te vetten
vraag 11: Dierennamen in het dialect:
heel nat = pûitnat
smoezelig vrouwtje: òòntig poetje
een bangerik: schèètekster of schèètlèèster
bekijk het maar: ik wou dagge n’n aop schéét
een nieuwsgierig iemand: ’n snoei- of snuuivienk
ze loopt weer soepel: Ze lwóópt wir as ne tiêt, kiewiet
hij is volgegeten, dik en er kan niks meer bij: hij is net ’n spùrriekoei
Het scheelt bijna niks: ’t schil mar ‘n lûizekulleke
vraag 12: Wat is “de kuskesziekte”:
De ziekte van Pfeiffer, die wordt o.a. door iemand te kussen overgebracht
vraag 13: Wat is “annebroek”:
Vlaamse Gaai
vraag 14: aonmekaoreschrèfsel: “zenarriezeedakoemoeseppe“:
Onze Harrie zei, dat ik je moest appen ( Whatsapp)
vraag 15: “Vruuger kwaame de schèèresliep en de bullevent nog aon de waarft”
Welke 2 beroepen waren dat:
Vroeger kwamen de scharenslijper en de voddenman nog langs huis
vraag 16: “Gij gaose sebiet beure:”
2 betekenissen:
1: je gaat zo dadelijk geld ontvangen
2: je gaat zo dadelijk slaag krijgen
vraag 17: Wat is “schabbelier-bedollie”:
Oorspronkelijk twee lapjes gewijde stof die om de hals werden gedragen, o.a. door kloosterlingen. Ook wel een gewijd metalen rondje met afbeelding van een heilige; ter bescherming gedragen aan een kettinkje of met een sluitspeld op hemd of borstrok
vraag 18: “IJ zit de julle tèèd te puuke”:
Hij zit op een vervelende manier de gehele tijd aan mijn lijf
vraag 19: “n wùrveltje”:
draaihoutje om bijvoorbeeld de deur van een hok te sluiten
vraag 20: “D’r is gin kapelleke zo oud of d’r wóór nog wel ‘s ‘n miske in gedaon”:
Ook oudere mensen bedrijven de liefde nog
Dialectkwis 2020
Wat is de betekenis van :
- teût aon
- ne teût op z’nne kop
- de teût van een koffiekan
- da lwoopt tot ne teût
- Snoep in ne teûtzak
- Meej ne teûter zette n’ie ‘m`
- Dùrrem zen z’n teûte kaol
- Zit nie zo te teûte
- ’n teûtebel
- De Teûte zen wir laast gewiest
- Ik wou dagge n’n aop scheet
- IJ ee d’n gèèf stuk in z’n klóóte
- Ge mot onderaand afstjééne
- Iets aon oew klwóóte laote drwóóge
- Da zal oew kòòntje vaore
- IJ geurde n’m
- Z’éé t’r tabernaokel wèèd òòpe staon
- Da’s n’n wóóp zèèk op ne riek
- Z’is de katzekeej uît
- Z’éé d’aon’t strèèkèèzer gepakt
De uitslag wordt bekend gemaakt op zondagmiddag 1 maart 2020 in dorpshuis de Trapkes tijdens de 18e dialectmiddag. Inzendingen moeten vóór 29 februari binnen zijn. Dit kan in de speciale bus in de Trapkes of via e-mail naar : a.vanginneken@home.nl
Speciale gast op de dialectmiddag is Wim Daniëls, bekend van radio, tv , theater en diverse boeken.
Dialectkwis 2019
Dialectkwis òòver bjéésjes, vuggeltjes, plaantjes en blommekes
- Hoe noemen wij wilde margrieten?
- Hoe noemen wij duizendschoon?
- Wa zèn kernillesròòze?
- Waddis ’n koeistouwerke vur ’n vuggeltje?
- Waddis ’n schrèèverke vur ’n vuggeltje?
- Wa zèn sjenoffeltjes?
- De fychsia noemen wij ……………….
- Paosblomme zèn …………….
- Wat is het dialectwoord voor: pijpestrootje?
- Wa vur bjéésje bedoelen we meej ne mulder?
- Ne koorepikker is een dialectnaam voor de ………………
- Waddis n’n echel vur ’n bjéésje?
- Waddis ’n ossekopke vur ’n vuggeltje?
- Waddis ’n toemaotskatje?
- Wa zèn boeretoppe?
- Tuinbonen noemen wij ………………….
- Hoe noemen wij de bloemen van de haagwinde?
- Hoe noemen wij een grasmus?
- Wa zèn smèrlappe?
- Hoe noemen wij alikruiken?
- Wa wier d’r van fiepkesout gemaokt?
De uitslag wordt bekend gemaakt tijdens de dialectmiddag op zondagmiddag 10 maart 2019 in dorpshuis de Trapkes.
Dialectkwis 2018
Na 15 keer op de maandagavond gaan we in 2018 met de dialectavond naar de middag. We starten op zondagmiddag 11 maart om half twee. Na de pauze is er een optreden van de legendarische West-Brabantse volksmuziekgroep Smidje Verholen.
Kwis: Vul telkens het goede rondje in:
- parremeteere: 0 klagen 0 verzorgen 0 gedenken 0 afzien
- klaraansie maoke: 0 jenever stoken 0 jam maken 0 voortmaken
- zabbere: 0 dweilen 0 vegen 0 zuigen 0 dralen
- 4. mokkere: 0 mopperen 0 met eten knoeien 0 mompelen
- tiètekot: 0 bh 0 kolenhok 0 kippenhok
- bòòsem: 0 otter 0 marter 0 bunzing 0 wezel
- annebroek: 0 Vlaamse gaai 0 Annie van den Broek 0 onderbroek
Vertaal naar het Nederlands:
- Kaarummekaast:
- Oudoekwèèkus:
- Zaargaktgold:
- Stwootoewekopmarnie:
- Zummezultééte?:
- Waar komt het woord makkedam vandaan en wat betekent het?
- Wat betekent: IJ is zwaor bij de rûiters.
- IJ is d’n blôed betekent:
- Wie is Lauwke de Zèèker en waarom wordt hij zo genoemd?
- Wat betekent: IJ kom d’altij meej z’n kòònt van aachtere.
- Geef het Sprundelse verkleinwoord van:
– mes: schaar: berg:
– poort: potlood: paard:
- Tegenwoordige tijd Alg. Nederlands/Tegenwoordige tijd Sprundels
Ruik jij? ……………………………………..
Breek jij? ………………………………………
Kijk jij? ………………………………………
- Verleden Tijd Alg. Nederlands/Verleden Tijd Sprundels
Hij erfde alles IJ ……………………………………
Hij durfde niet IJ ……………………………………
Op zondagmiddag 11 maart wordt de uitslag bekend gemaakt. Je kunt de oplossing inleveren in de Trapkes of via a.vanginneken@home.nl
Dialectkwis 2017
Heemkundekring Onder Baronie en Markiezaat en Dorpswerk Sprundel telden 6 maart 2017 88 bezoekers bij hun 15e dialectavond. Adrie van Ginneken zorgde weer voor een afwisselen programma. Hij testte bij de aanwezigen hun kennis over het Sprundels dialect en het Zuid-Afrikaans, vertelde hoe de scheiding tussen het Brabants en het Zeeuws ontstond en verklaarde enkele Sprundelse woorden, waaronder Vissenberg, Upkes en Baomes. Met dia’s kreeg het Willebrords dialect een plaats. En dan waren er de leuke verhalen in het plaatselijk dialect. Daarbij kwam voor een deel geschiedenis in beeld. Rietje Vergouwen maakte een rondwandeling door het dorp, Wilma Vermunt ging naar de tandarts en om boodschappen, René Konings vertelde over belevenissen met pastoor Sasse van Ysselt en Adrie Hoppenbrouwers sprak over de seksuele voorlichting van vroeger. Er waren 46 oplossingen van de dialectkwis binnengekomen, 14 daarvan helemaal goed. Na loting gingen de prijzen, molenpakketjes, naar An van Koulil, Rinus Schrauwen, Sanne Lazeroms, Willy Jukes en Wim Koevoets.
Kwis: Vul telkens het goede rondje in
1 pesjonkele O ’n aflaat verdienen O de zaak bedotten O rondsjokken O afbieden
2 de daover op oew lèèf krèège O TBC krijgen O flink schrikken O kou krijgen
3 klokkebaaie O grote kerkklokken O hoepelrokken O duivenklokken O bosbessen
4 wùrveltje O licht briesje O draaihoutje O wezeltje O kriebelhoestje
5 stui O stoep voor het huis O voorhoofd O opstapje O stuw
6 biediefke O koolmees O roodborstje O heggemus O pimpelmees
7 toutere O schommelen O touwtje springen O knikkeren O hoepelen
8 affeseere O benaderen O vals spelen O afzien O opschieten
9 moesjaanke O kattekwaad uithalen O prutsen O zeuren O dutje doen
10 faant O kleine olifant O fantast O luiwammes
11 nissels O bretels O veters O distels
12 aflèègesklaor O gebruiksklaar O doodmoe O bijna af O bereidwillig
13 begaoie O bekijken O verbruien O benaderen O stiekem betreden
14 feduusie O bandenlijm O duizeligheid O vertrouwen O afgoderij
15 kruidoore O kruisbes O kruidkoek O kruidenrek O meidoorn
16 krwooi O kruiwagen O kromme tak O rode biet O hoop volk
17 ’t schùfke krèège O geen vergiffenis krijgen O wel vergiffenis krijgen
18 fraanske O Franse kap O Fransman O luiken O soort brood
19 ljéélekers vange O slechte mensen arresteren O gezichten trekken
20 nondejuuke O vloek O kriebelhoestje O vrijgezellenstrikje
Dialectkwis 2016
1. Schrijf eerst het Sprundelse woord op en daarna het verkleinwoord.
Plank: __________________ ___________________
Ring: ___________________ ___________________
Wang: __________________ ____________________
(maak er eerst een Sprundels woord van)
2. Schrijf op in het Sprundels.: Dat is van Jan, Kees, Ria en Nel.
3. Dat meisje schilt de aardappels met een scherp mesje.
4. Dat scheelde niet veel.
5. Een ijsco met chocolade.
6. Vraag: wat is de naam van ons Sprundels Molenbrood? Antwoord:
7. Een kip met acht kuikentjes.
8. Wat betekent: op d’aachteraand zitte?
9. Da’s n’m blèèter betekent:
10. Da’s zo gevèègd betekent:
11. Seringen noem je:
12. IJ éé ginne pûit te biechte betekent:
13. Wat is ’n baomiskatje?
14. Wat betekent “aflèèges klaor”?
15. Van endere af aon begiene:
a) van vooraf aan beginnen of
b) van achter af aan beginne.
16. Weet je dat?
17. Wit je dat?
18. Wat is ‘n “bakkesvol”?
19. Als ‘t “smost” wat gebeurt er dan?
20. Vertaal: ik heb een grote heg rond mijn tuin.
21. Bramen noemen we:
De uitslag wordt bekend gemaakt tijdens de 14e dialectavond op maandag 7 maart 2016 in de Trapkes. Oplossingen kunnen ingeleverd worden in de Trapkes, via a.vanginneken@home.nl, bij Wilma Vermunt of Rietje Vergouwen.
Uitslag Dialectkwis 2014:
Winnaars: Kees Kerstens, Ad van den Maagdenberg, An van Koulil-Halters, Wilma Vermunt en Wim van den Maagdenberg
1. Ge denkt dagge onzen Lieven Heer bij z’n voeten et, mar ’t is mwooi niks. Je denkt, dat je het voor elkaar hebt, iemand met aanzien of geld aan de haak geslagen hebt, een nieuwe vrijer waar je helemaal weg van bent, je denkt dat het heel wat is, maar het valt behoorlijk tegen.
2. Bewaor d’oew traontjes mar vur laoter; dan edde ze arder nwoodig. Waar je nu om huilt, stelt niet veel voor, straks in het echte leven kom je het verdriet pas goed tegen ( stamt uit de tijd, toen de mensen in armoede leefden en weinig hoop hadden op een betere wereld )
3. Da zal oew kòòntje nog vaore. Je zult nog wel terugverlangen naar hoe het van te voren was.
4. IJ éé d’altij op ’n roestig liddiekaantje geléége. Dit werd gezegd van iemand die rood haar had.
5. D’n dieje krabde nie blwoot. Die zit goed in de slappe was, die heeft geld genoeg.
6. Ge kun t’m dur ’n laampeglas trekke. Wordt gezegd van iemand die broodmager is.
7. Da’s ginne vermokkerde. Met hem moet je terdege rekening mee houden. ( ginne= mannelijk )
8. Da’s gin vermokkerde. Dat is een goeduitziende meid. ( gin= vrouwelijk )
9. Van z’n gat n’n èèlige dag maoke. Lang op de wc zitten.
10. Da’s mar neusvèèges. Dat is zo gepiept, dat kost niet veel moeite.
11. Ge zèè toch nie dur n’n aos gedekt? Wordt gezegd tegen iemand die niet veel geduld heeft. ( dit zei kastelein Kees Hermans van de Kwoop altijd, als volgens de klanten de bestelde pilsjes te lang op zich lieten wachten )
12. Da’s ’n òòntig poetje. Een slonzig, onverzorgd vrouwtje.
13. Ik zie d’r al n’n aop van gruuje. Dat kan alleen maar tot een mislukking leiden.
14. ’t Is wir oremus. Laat ons bidden ( latijn ) God moet uitkomst bieden, want er zijn weer grote problemen die om een oplossing vragen. Er is weer volop ruzie, bonje.
15. At mar waor is zienge ze in de Jòòdekerk. Wordt gezegd als men ernstig twijfelt aan iemands woorden.
Dialectzinnen 2013:
- IJ nukte omvaar toen die batraove ne klippel tusse z’n spjéékes stòòke.
- Van de vliege naor de bliendaoze gaon.
- Die lig d’aachter d’n buuketuin.
- Daor zèède nog nie meej aon de nuuw èèrpels.
- Da vuggeltje laag op de plets te lillepwóóte.
- Die zal gin zaand mjéér afgaon.
- Gij tuf t’r wóók nie op.
- Lig nie te laantefaante en affeseer d’n bietje.
- K’em zééker n’n houtere kop?
- We zulle mekaore mar gin Mieke noeme.
- IJ waar meej die ollewaai wieste maste.
- Ieder overaand aare z’m flienk bijgepaoterd.
- IJ tjuunkerde gèèf, toen ie z’n asses stwóótte.
- Z’éé flienk draod gad meej die geraoktèèd.
- IJ is grèèt, zééker attie kilstaamp meej durréége spek krèèt.
- Ik moes wel stillekes lache, toen dieje vent in n’n kaantmèèrel trapte.
- Z’is wir us de katsekeej uit.
- Da jong aar flienk vaort op vakaa(n)sie.
- Schin t’r meej uit, ge renneweer d’alles.
- Z’éé t’r èège flienk begaoid.
Het mooiste woord van Sprundel (dialectavond 2006)
Op de 4e dialectavond dinsdag 7 maart 2006 in de Trapkes is het mooiste woord van Sprundel bekend gemaakt. Zo’n 800 Sprundelaren en oud-Sprundelaren brachten hun stem uit.
- Wiendflep
- Takkeleike
- Piekelo
- Pinnéékel
- Verrenneweere
- Errebeezies
- Lillepwóóte
- Wèèrdbieje
- Tiêtekot
- Deûzige
- Akkenaaie
- Muuzèèker
- Bij-jot
- Gemaole joep
- Perreweps
Marianne Hezemans, afkomstig uit Sprundel, maar in Den Haag wonend, had de top-3 helemaal goed voorspeld. Ze won daarmee de eerste prijs. De 2e prijs ging naar Koos Schrauwen-Moerings en Monique Vergouwen-Dekkers.
* Wat voor gerecht zijn: blwóóte kòòntjes ?
* Wat is n’n smiecht ?
* IJ gao de breeje vjirtien op betekent: ……………….. Weet U ook waar het vandaan komt?
* Wat betekent: van mezelve gaon?
* Dineke Verpaalen hoorde onlangs de uitdrukking: Bende n’n kuìt aon ’t maoke? dit betekent:
* Jorg Vens weet nu wat uìtùlleke betekent? Weet U het ook?
* Albert de Hoon vraagt om de juiste betekenis van: ij komt er mar bekaaid vanaf.
* Heeft U wel eens van een karengst gehoord ?
* Wat is een òòpe pieta ?
* Wat is ’n bedròògeliengeske ?
* Is een trapgaans hetzelfde als een kaantmèèrel ?
* wat zijn sjaanskouse?
* wat is muìtje lappe?
* Kent U het woord bùntvléégel of bùntéézel?
* IJ kon ‘r nie mee koêze, betekent:
* wat betekent “ouw nouw ’s op meej oew gekieskas?
* wat is een zaksel?
* ’n koeistouwerke is een kwikstaartje, maar is het ook een kledingstuk en een boerenknechtje?
* da’s n’n aachtkaantige betekent:
* Tegen een mager, schraal meisje of vrouwke werd un pikkerke gezegd. Kunt U dat thuisbrengen?
* Wat betekent: ’t zal mèène kop wel afduure?
* Wat betekent: leg t’r oewe kop maar neffe?
* ’t Zal er meej de pwóóte uìtange, betekent …………
* ouw mar op meej schrjééuwe betekent niet ophouden met roepen of gillen, maar ……
* Wat is n’n hannik ?
* Wa d’n gepielhannik ? betekent …..
* Wat wordt bedoeld als men iemand ne lauw ( of is het louw )noemt ?
* Stao nie zo te lauwe ( of is ’t lauwe ) betekent ?
* Wat is een toemaotskatje ? En kent U ook nog andere benamingen ?
* Sprundelse familieachternamen. Kent U er ? bv. van de Zaoger, van Saore, van d’n Hoed, van Susse, van de Gorrie, van de Wiete, van d’n Dikke, van de Brusselse Bakker, van de Ketel, Post, …………
* Wat betekent: volop kedaai? ( woord aangedragen door Rietje Vergouwen-van Ginneken )
* Wat is vwóós?* Wat betekent: ’t is verbollemond?* Wat betekent dur de ka(r)dòòns moete?
* Wat betekent: ljéélikers vange?
* Wat is n’n ardzak?
* Kent U dialectnamen voor vogeltjes? ( Jac de Hoon: koeistouwerke, annebroek, kwóólduif )
* Wat wordt bedoeld met: zo gróót as un taofelschuìf ? ( gehoord van Annie Evers-Konings )
* Wat betekent: bûkziek ( bijvoorbeeld met peren )?* Wat betekent: floès? en flamoès? ( Jac de Hoon: flanel )
* Wilt U knikkertermen a.u.b. doorgeven ( o.a. ’t vur ’t houwes doen, bommekette,…….
* Wie weet een ander woord voor de ronde slijpsteen, die je rond moest draaien en waarvan de onderkant het water in een bakje raakte?
* Neuke: dit woord kent iedereen als een seksuele handeling, maar tijdens de dialectavond kwamen er nog 13 betekenissen ( ook met nukt en andere voorvoegsels ) Weet U er ook te melden?
* Wat betekent de uitfrukking: ij eet’m flienk uit z’n broek laote ange?
* wat gebeurt er als een koe nirkt?
* wat is ne smiecht?
* Is n’n trapgaans hetzelfde als n’n kaantmèèrel ?
* Wat betekent k(w)aksuis?
* wat betekent ergens een néép of nipke inleggen?
* Wat is stukkere?
* Wat betekent: da kan gin stuite lije?
* Wat betekent: téége un koei kunde nie gaope?
* Wat betekent: erreges frèèt op zèn?
* Wat betekent: t’is n’n grwóóte mèèrel?
* Kent U de uitdrukking: d’r deug gin aor of stèèrt van.
* Wat betekent: laot ze mar kamme die gin aor emme.
* Wat wordt bedoeld met: lievere koekskes worre nie gebakke.
* Ge zèè toch nie dur n’n aos gedekt, vèntje. ( dit zei Kees van de Kwóóp altijd als iemand snel een pilske wilde hebben )
* Pas op, ge brikt als (hals), nek en niere wordt gezegd als iemand een gevaarlijke toer uithaalt.
* Wat wordt bedoeld met: Die is van de kwaoj aand.
* D’n dieje krabbe ze nie blwóót, betekent:
* Vruuger in ’t jaor nul toen d’eksters nog gin kòònt aare en dur d’r ribbe schééte betekent:
* Wat betekent: Zo schééte d’eksters toen ze nog gin kòònt aare.
* Hoe zit dat met die uitdrukking: ge zèè net as Jan mee z’n eksters.
* Wat betekent: as’t mar waor is, zeeje ze in de Jòòdekerk.
* Wat wordt bedoeld met: uìt de rabat zèn.
* Wat betekent: op schoppes loere.
* Hoe heet een draagband die men vroeger om de schouders had en die om de burries van een kruiwagen zat?
* IJ is bij de liggende frèèters. Wat betekent het en waar komt het vandaan?
Zomaar enkele leuke zinnetjes
* uuvel ? zuuvel !
* ij ròòk rwóók
* ij nukte omvaar, toen ze ne klippel tusse zun spjéékes stòòke.
* ij is grèèt, zééker attie kilstaamp meej durréége spek krèèt.
* da pattekaal vûggeltje laag op de plets te lillepwóóte.
* ’n klets perrewepse op de plets.